De wereldbevolking groeit en zal naar verwachting tegen 2050 nog eens twee miljard mensen bijkomen. Het duurzaam voeden van deze groei is een van de meest dringende uitdagingen van de mensheid. Aquacultuur – of visteelt – is naar voren gekomen als een potentiële oplossing, vaak aangeprezen als een efficiëntere en landvriendelijkere manier om dierlijke eiwitten te produceren. Maar is deze belofte reëel? En tegen welke prijs?
Momenteel is aquacultuur de snelst groeiende voedselproductiesector ter wereld. Vooral zalm domineert de Amerikaanse markt, met een gemiddelde consumptie van 3,2 pond per persoon per jaar. Maar liefst 70% van deze zalm is afkomstig van kwekerijen, die elk jaar in totaal 3 miljoen ton produceren.
De aantrekkingskracht van de zalmkwekerij
Het kernargument voor aquacultuur berust op de efficiëntie ervan. Vergeleken met de traditionele veehouderij vergt de kweek van vis aanzienlijk minder land en kan in theorie de druk op de wilde visbestanden verminderen. Vooral de zalmkwekerij is een belangrijke industrie geworden, gedreven door de vraag van de consument en technologische vooruitgang.
De verborgen kosten
De realiteit is echter veel complexer. De sector wordt geconfronteerd met ernstige duurzaamheidsproblemen, waaronder de milieueffecten van visvoer, ziekte-uitbraken en het welzijn van gekweekte zalm.
- Voederproductie: Gekweekte zalm is een vleeseter, wat betekent dat hij een eiwitrijk dieet nodig heeft. Historisch gezien was dit voer sterk afhankelijk van in het wild gevangen vis, waardoor de ecosystemen in de oceanen verder werden uitgeput. Terwijl de industrie verschuift naar alternatieve ingrediënten zoals soja en plantaardige eiwitten, staat ook de duurzaamheid van deze bronnen ter discussie.
- Ziekte en vervuiling: Beperkte landbouwomstandigheden kunnen het uitbreken van ziekten veroorzaken, vaak behandeld met antibiotica en pesticiden die de omliggende wateren vervuilen. Zalmkwekerijen kunnen ook bijdragen aan plaatselijke vervuiling door nutriënten, waardoor mariene ecosystemen worden geschaad.
- Viswelzijn: De sector wordt steeds kritischer gecontroleerd op het welzijn van gekweekte zalm. Overvolle hokken, stress door het hanteren en genetische selectie voor snelle groei kunnen leiden tot gezondheidsproblemen en lijden.
Inspanningen en transparantie van de sector
Organisaties zoals het Global Salmon Initiative (GSI) vertegenwoordigen grote zalmkwekerijen en bevorderen duurzaamheidsnormen en transparantie. Het GSI-handboek biedt een gedetailleerd overzicht van aquacultuurpraktijken, waaronder de inkoop van voer, ziektebeheer en milieumonitoring.
Het Wereld Natuur Fonds (WWF) erkent de afwegingen die betrokken zijn bij de zalmkwekerij en pleit voor verantwoorde praktijken en een verbeterd beheer van de toeleveringsketen. Het consumentenbewustzijn en de vraag naar gecertificeerde duurzame zalm kunnen verdere verbeteringen in de sector aandrijven.
De toekomst van de aquacultuur
Aquacultuur is geen eenvoudige oplossing. De industrie moet haar ecologische voetafdruk aanpakken, prioriteit geven aan het welzijn van vissen en duurzaamheid op de lange termijn garanderen.
- Alternatief voer: Investeren in onderzoek en ontwikkeling van duurzame voeralternatieven is cruciaal. Insectenmeel, algen en in het laboratorium gekweekte eiwitten kunnen de afhankelijkheid van in het wild gevangen vis verminderen.
- Gesloten systemen: Landgebaseerde, gesloten systemen minimaliseren de impact op het milieu door vervuiling en ziekte-uitbraken te voorkomen.
- Genetische verbetering: Selectief fokken op ziekteresistentie en langzamere groeisnelheden kan het welzijn van vissen verbeteren en de afhankelijkheid van antibiotica verminderen.
Uiteindelijk hangt de toekomst van de zalmkwekerij af van transparantie, verantwoordelijkheid en toewijding aan verantwoorde praktijken. Hoewel aquacultuur een rol kan spelen bij het voeden van een groeiende bevolking, moet deze evolueren om prioriteit te geven aan duurzaamheid en dierenwelzijn
































































