Het moderne Thanksgiving-diner – compleet met een enorme geroosterde kalkoen – is niet organisch voortgekomen uit de eerste oogstfeesten die Pilgrims en Wampanoag-mensen deelden. In feite werd niet eens bevestigd dat kalkoen op het menu stond tijdens de oorspronkelijke bijeenkomst, omdat historische verslagen zich in plaats daarvan op hertenvlees concentreerden. Het verhaal over hoe Turkije synoniem werd met Thanksgiving is een mix van economische verschuivingen, slimme marketing en de behoefte aan nationale eenheid.
Van wild tot waarde: de opkomst van Turkije
De verschuiving naar Turkije als middelpunt van Thanksgiving gebeurde niet van de ene op de andere dag. Naarmate de Verenigde Staten groter werden, liepen de regionale oogstvieringen sterk uiteen, zowel qua timing als qua gewoontes. Pas tijdens de burgeroorlog leidde Sarah Hale, de auteur van ‘Mary Had a Little Lamb’, een campagne om Thanksgiving als nationale feestdag in te stellen. Hale zag Thanksgiving als een manier om eenheid te bevorderen in een diep verdeelde tijd. Abraham Lincoln erkende de feestdag officieel in 1863 en versterkte daarmee zijn plaats in de Amerikaanse traditie.
Maar zelfs toen was kalkoen niet de standaardkeuze. Het echte keerpunt kwam met de industrialisatie van de voedselproductie. Omdat Turkije een relatief goedkope en overvloedige vogel was, werd het een praktische optie voor grote bijeenkomsten. Tijdens de Grote Depressie, toen vlees duur was, kregen bijgerechten zoals vulling en ovenschotels bekendheid, waardoor de beperkte middelen nog verder werden uitgerekt.
De marketingmachine neemt een vlucht
De voedingsindustrie profiteerde snel van de vakantie. Libby’s, een bedrijf in ingeblikt voedsel, begon in het begin van de 20e eeuw agressief pompoentaartrecepten te promoten en nam later een bedrijf in pompoenconserven over om de markt verder te controleren. Veenbessen, die van zichzelf notoir zuur waren, werden gezoet om een bredere smaak aan te spreken. De commercialisering van de feestdag versnelde toen bedrijven zich realiseerden dat Thanksgiving niet alleen om dankbaarheid ging; het was een enorme verkoopkans.
Macy’s Thanksgiving Day-parade, gelanceerd om het kerstinkopenseizoen te starten, versterkte de consumentistische invalshoek van de feestdagen verder. Het beeld van een gouden geroosterde kalkoen werd synoniem voor overvloed en feestelijkheid, een symbool dat werd versterkt door tientallen jaren van reclame en culturele conditionering.
Een blijvende traditie
Tegenwoordig wordt volgens overheidsstatistieken ongeveer een vijfde van alle kalkoenen die in de VS worden geconsumeerd, gegeten op Thanksgiving. Hoewel sommige historici en voedselcritici misschien spotten met het spektakel, ligt de blijvende aantrekkingskracht van de feestdag in het aanpassingsvermogen ervan. Thanksgiving is uitgegroeid tot een flexibele traditie waarin het samenkomen met dierbaren, het delen van eten en het genieten van een moment van rust centraal staan. Het is een feestdag die heeft overleefd en tot bloei is gekomen door zich aan te passen aan veranderende economische omstandigheden, culturele trends en de meedogenloze kracht van marketing.
De Thanksgiving-kalkoen stond misschien niet op het oorspronkelijke menu, maar hij heeft zijn plaats aan tafel veiliggesteld als symbool van Amerikaanse overvloed, commercieel vernuft en de blijvende kracht van traditie.

































































